8 miljoen euro voor Vlaamse projectoproep noodwoningen 2021

Na een succesvolle eerste projectoproep lanceert Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele vandaag de tweede projectoproep voor lokale besturen over noodwoningen. “De eerste projectoproep noodwoningen was een groot succes. We kenden subsidies toe aan 67 gemeenten, goed voor in totaal 73 projecten. Maar de behoefte aan noodwoningen is nog steeds groot en dus gaan we verder op de ingeslagen weg”, laat minister Diependaele weten. “Met de noodwoningen willen we een snelle herhuisvesting garanderen van bijvoorbeeld bewoners die hun huis moeten verlaten na een brand, of omdat de woning onbewoonbaar verklaard is, maar zeker ook voor bewoners die uit hun woning dreigen gezet te worden. Dat is een belangrijk sluitstuk binnen het lokale en het Vlaamse woonbeleid.” Voor deze tweede oproep voorziet minister Diependaele 8 miljoen euro.

Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele lanceert nu de tweede projectoproep: “Vlaanderen zal lokale besturen ondersteunen bij het bouwen, kopen, renoveren en inrichten van al dan niet verplaatsbare noodwoningen. Onderzoek van het Steunpunt Wonen uit dat lokale besturen vaak te weinig mogelijkheden hebben om inwoners in noodsituaties tijdelijk te huisvesten. Daarom trekken we met de Vlaamse Regering 8 miljoen euro uit voor deze tweede projectoproep zodat steden en gemeenten de noodwoningen kunnen realiseren.”

145.000 euro per woning

Het Vlaamse Gewest neemt 50% van de kosten voor zijn rekening, met een maximum van 145.000 euro per gerealiseerde noodwoning. “De eerste projectoproep leerde ons dat veel bestaande noodwoningen aan dringende renovatiewerken toe zijn. Daarom komt naast het bouwen en kopen van nieuwe noodwoningen, ook de renovatie en inrichting van bestaande noodwoningen in aanmerking. Het garanderen van veilig, gezond en kwaliteitsvol wonen is immers een van de belangrijkste pijlers van ons woonbeleid”, aldus minister Diependaele.

Meer informatie over de projectoproep vindt u op www.wonenvlaanderen.be/noodwoningen.