Actualiteitsdebat over de intercommunales

Door Matthias Diependaele op 15 februari 2017, over deze onderwerpen: Intercommunales

Op woensdag 15 februari boog het Vlaams Parlement zich tijdens een sereen debat over de heisa rond de intercommunales, hun substructuren en de bijhorende vergoedingen voor politici in de raden van bestuur. Ook ik mocht vanaf het spreekgestoelte mijn licht laten schijnen over de materie. Het publieke debat dat de voorbije week gevoerd werd, was helaas heel wat minder sereen. Heel wat zaken zijn op een hoop gegooid die niet op dezelfde hoop thuishoorden.

Iedereen is het er gelukkig over eens dat er maatregelen moeten worden genomen. We weten dat er problemen zijn met het interbestuurlijke landschap. We moeten die dan ook aanduiden en oplossingen aanreiken. In grote lijnen gaat het vooral over meer transparantie en meer democratische controle. Maar hierbij moeten we wel een belangrijke kanttekening maken: niet alles op het vlak van intergemeentelijke samenwerking is slecht. Integendeel zelfs. Eigenlijk is de intergemeentelijke samenwerking het grootste slachtoffer van de gevoerde polemiek.

Want ik ben er van overtuigd dat zij een publieke meerwaarde hebben. Het landschap sleept echter een historisch scheefgegroeide situatie mee. Er zijn al maatregelen genomen om bij te stellen: zo zijn het aantal zitjes verminderd en werd de verloning gecorrigeerd. Nu is het vooral kwestie om de scope te verruimen naar de privaatrechtelijke structuren die onder de intercommunales zitten. Want er is nu gebleken dat daar een probleem is dat onze versterkte aandacht vraagt. Deze structuren vallen niet onder strenge Vlaamse regelgeving. Maar ook hier een belangrijke nuance: niet alles dat daar gebeurt mag het daglicht niet zien of zou zich in de schandaalsfeer bevinden. We moeten wél de mismeesteringen onder de loep nemen en aanpakken.

Dat kan gaan over vergoedingen die in bepaalde gevallen niet overeenstemmen met de geleverde inspanningen. En we moeten ons zeker ook afvragen of al die instellingen wel nog bezig zijn met taken van algemeen belang. Als daar zaken tussen zitten die niet onder publieke dienstverlening vallen, moeten we ons afvragen of we daar nog verder mee gaan. Voor al die problemen moeten we gericht oplossingen zoeken. Maar daarvoor is ook overleg nodig met het federale niveau.

Tot besluit: iedereen moet ook even in het eigen hart kijken. De individuele verantwoordelijkheid van elk parlementslid, van elke lokale mandataris en iedereen die in welke instelling dan ook het publieke belang moet behartigen, mag niet onderschat worden. Uiteindelijk hangt het allemaal af van de inzet en inspanning die wij zelf leveren om verantwoording te kunnen afleggen aan de burger die ons zijn of haar vertrouwen geeft.

 

Voor wie mijn tussenkomst graag nog eens bekijkt:

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is