U bent hier
Balans na één jaar
Bijna één jaar geleden trad de N-VA met een versterkte fractie toe tot de Vlaamse meerderheid. Men is het al bijna vergeten, maar ook de Vlaamse verkiezingen van 7 juni 2009 waren een groot succes voor de N-VA. De fractie groeide van zes naar zestien leden. Ook toen waren er dus veel nieuwe volksvertegenwoordigers. Ik was één van hen.
Tijd om een balans op te maken. Voor de nieuwelingen was het een opgave om in een parlement te komen dat er ineens over moest waken dat de tering naar de nering werd gezet. De budgettaire situatie vereiste immers meteen een sanering. Het zal in vorige legislaturen ongetwijfeld gemakkelijker en aantrekkelijker zijn geweest. Bij elk initiatief moesten we rekening houden met de financiële gevolgen. Er was echter geen keuze. De nieuwe Vlaamse regering kreeg de taak het Vlaamse deficit in de eerste twee jaar van de legislatuur weg te werken.
Ik ben ervan overtuigd dat de huidige maatregelen broodnodig zijn voor het behoud van de welvaart in Vlaanderen. De Belgische lessen indachtig, moet je dit doen voor de situatie uitzichtloos is. De nieuwe Vlaamse regering – met deelname van de N-VA – wist dat dit een onmiddellijke opdracht was. Die wordt vandaag uitgevoerd. We zitten op de juiste koers.
“Wat we zelf doen, doen we niet beter” is populair aan het worden in sommige middens, zeker daar waar de Vlaamse zelfstandigheid nooit de keuze was. Ik beweer daarentegen dat Vlaanderen het op de terreinen waar het meer bevoegdheden heeft gekregen wel degelijk beter doet. Er is geen reden om heimwee te koesteren naar het oude beleid onder de Belgische paraplu.
Een sprekend voorbeeld is het Vlaamse deel van de Belgische export. Sinds 1993 is de buitenlandse handel een Vlaamse bevoegdheid. In 1993 lag het Vlaamse aandeel in de export op 67 %. Vandaag is dat gestegen naar meer dan 80 %.
Dat betekent niet dat dit nadelig moet zijn voor Wallonië. De Walen doen het de jongste jaren bijvoorbeeld steeds beter in het aantrekken van buitenlandse investeringen, zo goed zelfs dat ze Vlaanderen inhalen en voorbijstreven. Het bewijst in de eerste plaats de N-VA-stelling dat de Belgische structuren eerder verstikkend werken voor Vlaanderen én Wallonië. Wallonië staat nu voor de uitdaging om die buitenlandse investeringen ook duurzaam te verankeren in zijn economisch patrimonium. Een Europees subsidiebeleid kan inderdaad op korte termijn een heropleving geven, maar op lange termijn is er meer nodig om een economisch herstel te verzekeren.
Het heeft niet altijd zoveel zin om Vlaanderen met Wallonië te vergelijken. Het gaat in feite om twee verschillende landen met verschillende kenmerken en uitdagingen. Vlaanderen moet de durf hebben zich te vergelijken met topregio’s in Europa, zoals Nederland, Noord-Frankrijk, enkele Duitse Länder, Zweden, Denemarken ... De Vlaamse regering doet die oefening trouwens al enkele jaren.
Uit die vergelijking blijkt dat Vlaanderen best wel trots mag zijn op de resultaten, maar het levert ons ook enkele signalen op die ons moeten behoeden voor zelfgenoegzaamheid. We moeten er beducht voor zijn de Belgische ziektes niet te importeren. En van onze Waalse broeders kunnen we soms ook wat leren. De traagheid van het openbaar bestuur, de regelneverij, de administratieve overlast, moeten we in Vlaanderen wel aanpakken om te voorkomen dat we binnen enkele jaren vastgeroest zijn in systemen die we niet meer durven veranderen.
De Vlaamse instellingen moeten soepel genoeg blijven om ons te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Snel maar bedachtzaam en creatief inspelen op veranderingen is de enige manier om onze concurrentiepositie te vrijwaren. Alleen dan zullen we ons kunnen blijven meten met de Europese topregio’s.
Een politiek darwinisme - zoals een collega volksvertegenwoordiger van de Kamer het formuleerde - lijkt me de beste omschrijving voor het werk dat nog op de plank ligt. Het verder overhevelen van bevoegdheden naar Vlaanderen zit in de natuur der dingen. Het is aan de Vlaamse regering en het Vlaams parlement, maar zeker ook aan de N-VA-fractie, om dat proces een stevig duwtje in de rug te geven.