Een onherkenbare visie op de N-VA

Door Zuhal Demir, Piet De Bruyn, Matthias Diependaele op 3 oktober 2011, over deze onderwerpen: NV-A

"Asociaal, etnocratisch en exclusief." Zo luidde de kern van de analyse van de organisatie 'KifKif’ over de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Voor wie de N-VA kent, is dit totaal onherkenbaar.

Zuhal Demir, Kamerlid N-VA:

Als jonge, Turks-Koerdische Vlaming die bovendien nog aleviet is ook, voel ik mij perfect thuis bij de N-VA. Ik schaar mij volledig achter de ideeën en analyses van de partij. Wij willen een open en sociale samenleving en dat vind je overal terug in ons discours.

Toen mijn ouders in de jaren 70 in Genk toekwamen, kozen ze er resoluut voor zich actief te integreren in de nieuwe maatschappij waarin ze terecht gekomen waren. In de plaatselijke kleuterschool leerde ik, net als mijn broers en zussen, Nederlands. Om de taal nog beter onder de knie te krijgen, nam mijn vader ons vanaf mijn zesde elke zondag mee naar de bibliotheek voor een nieuw boek. Mijn ouders wisten dat de streektaal kennen een belangrijk middel is om te kunnen integreren. Taal laat toe de andere te begrijpen. Het is de brug waarop mensen elkaar ontmoeten, ideeën en ervaringen uitwisselen.

Wederzijds respect is zeer belangrijk bij integratie. Wanneer 'nieuwe' Vlamingen bereid zijn zich actief te integreren, moeten de 'oorspronkelijke' Vlamingen diezelfde wil aan de dag leggen hen te aanvaarden. Ook nieuwe Vlamingen maken volwaardig deel uit van onze maatschappij. Wat meer is, hun vreemde origine met daaruit voortvloeiend hun eigen opvattingen en kijk op het leven betekent ontegensprekelijk een verrijking voor de Vlaamse maatschappij.

Thuis leerden we dat levensbeschouwing een privézaak is, geen staatszaak. Met andere woorden: elkeen moet vrij kunnen bepalen welke levensbeschouwing hij of zij aanneemt. Christen, moslim, jood of atheïst zijn, dat maakt ieder voor zichzelf uit. Vrijheid van levensbeschouwing is een fundamenteel mensenrecht. Uit niets blijkt dat de N-VA daar tegen is.

'Nieuwe' Vlamingen hebben geen behoefte aan een pamperbeleid. Sociale ondersteuning is zeker nuttig en nodig voor zij die het moeilijk hebben om te overleven in onze samenleving. Maar die steun mag geen hangmat zijn waarin het eeuwigdurend aangenaam en rustig toeven is. Neen, ze moet als noodzakelijke steun in de rug dienen om zelf het heft in handen te nemen. Of zoals een Turkse Vlaming mij onlangs vertelde: "Leer ons vissen in plaats van ons vis te geven." De sociale houding van mijn partij is erop gericht dat de steun die gegeven wordt voor wie kan tot zelfstandigheid leidt. En dat is goed zo.

Tot slot moet Vlaanderen ophouden met hokjesdenken. Vlaming versus allochtoon. Wij tegen zij. Eenvoudigweg omdat 'de' Vlaming evenmin als 'de' allochtoon bestaat. Ieder mens heeft vele identiteiten. Ikzelf ben Vlaming, ben vrouw, heb Turks-Koerdische roots, ben aleviet. Ben ik omwille van die laatste twee kenmerken minder Vlaming? Voor mijn partij zeker niet. Integendeel. Ik ben geïntegreerd en de Vlaamse maatschappij heeft mij geaccepteerd. Zo moet het, ook volgens de N-VA.

Piet De Bruyn, senator N-VA:

Ik moet u iets bekennen. Al zal het wellicht niemand meer verbazen. Maar hier komt het dan toch: ik ben een Vlaams-nationalist. Ik ben daarenboven een volbloed N-VA’er. En dit al van het allereerste uur. Ik was erbij toen de partij geboren werd. En sindsdien ben ik nooit van haar zijde geweken. Ik voel me thuis in die partij die ik graag 'mijn' partij noem. Niet dat ik het altijd met iedereen in mijn partij eens ben. En dat hoeft ook niet. Gelukkig maar. Maar zoals gezegd: ik voel me dus echt thuis in mijn partij.

Het was dus wel even schrikken toen ik in een analyse van mijn partij die door KifKif werd gemaakt, las dat ik als N-VA’er iemand ben die uitsluit, iemand die vertrekt vanuit een enge etnische kijk op Vlaming zijn, iemand die bovendien vooral niet kosmopolitisch is. En vanzelfsprekend iemand die elke Franstalige als een potverteerder beschouwt. En, hoe kan ik het vergeten, iemand die ethisch conservatief is.

Als ik ’s morgens in de spiegel kijk, dan zie ik iemand die best wat gebreken heeft, maar zeker niet de gebreken die hierboven staan opgesomd. Al mijn hele politieke leven lang probeer ik bruggen te slaan. En heel nadrukkelijk naar mensen die veel minder geprivilegieerd zijn dan ikzelf. En of die nu geel, bruin, rood, zwart of wit zijn, maakt toch niets uit! En of die in eigen land wonen of ergens ver weg van hier al evenmin. Als ik in de Senaat pleit om de Oegandese regering een ferme tik op de vingers te geven omdat ze het klimaat van homohaat weelderig laat tieren, als ik een pleidooi houd om de Palestijnse staat te erkennen, als ik deelneem aan een internationale conferentie over de toekomst van de minst ontwikkelde landen, als ik samen met Franstalige collega’s een resolutie opstel over landroof in het zuiden, … heb ik allerminst het gevoel dat mijn eigen kerktoren mijn horizon is.
Ik heb een hekel aan kortzichtigheid en ik walg van eenheidsdenken. Zaken die ik in het discours van mijn partij absoluut niet terugvind. Maar wel geregeld terugzie in de vreemde analyses die keer op keer worden gemaakt door organisaties of personen met een uitgesproken voorliefde voor karikaturen en verzinsels. Een neiging die vooral hoge toppen scheert als er aan de essentie niet te raken valt.

Matthias Diependaele, Vlaams Parlementslid N-VA:

Een waardevol democratisch debat bestaat uit het aanvaarden van een conflict tussen verschillende standpunten en meningen. Als democraat neem ik graag deel aan dat debat. Met mijn achtergrond en visie. Met mijn ideeën hoe we in Vlaanderen, Europa en de wereld de zaken moeten aanpakken om iedereen de kans te geven zijn leven naar eigen inzicht op te bouwen.

Mijn visie is inderdaad gestoeld op het Vlaams-nationalisme dat ik als kind met de paplepel meekreeg en dat ik mij eigen maakte. Ik heb het nooit blindelings gevolgd. Mijn nationalisme is beredeneerd en beargumenteerd. Maar het vertrekt vooral vanuit een sociale betrokkenheid voor mijn medeburgers en omgeving. Het identiteitsbesef zoals ik dat beleef, is dan een constitutief element van dat democratisch debat.

Ik ga daarbij uit van een samenleving waar iedereen recht heeft op een privé-leven, maar waar we elkaar treffen in een publieke ruimte die nood heeft aan afspraken en omkadering. Om mee te genieten van de rechten die deze samenleving biedt, heeft volgens mij elk individu ook de plicht om bij te dragen. Door de taal te spreken, door zich akkoord te verklaren met enkele normen en waarden die een samenleving draaiende houden. Elke samenleving heeft een gemeenschappelijke basis nodig voor het organiseren van solidariteit en democratie. Het organiseren van inburgeringcursussen is net een uitnodiging aan migranten om deel uit te maken van deze samenleving. Want enkel door zelf bij te dragen kan men genieten van die solidariteit en democratie die onze samenleving te bieden heeft.

Volgens KifKif sluit ik daarmee anderen uit. Of hanteer ik een etnische basis om de poort naar de Vlaamse gemeenschap te bewaken. Maar voor mij is nationalisme geen uitsluiting, maar net een verhaal van samenhorigheid. Niet tegen de ander, niet beter dan de ander.
De zogenaamde ontmaskeringstrategie die KifKif hanteert om de N-VA in het verdomhoekje te duwen, is volgens mij een ontkenning van dat democratische debat. Zij aanvaarden niet het geweldloos conflict van ideeën dat kenmerkend is voor dat debat. In plaats van de confrontatie met de standpunten van de N-VA aan te gaan, proberen ze die standpunten te diaboliseren. Het is een techniek die de jongste tijd meer en meer gebruikt wordt om het democratische debat uit de weg te gaan. Bepaalde standpunten en meningen worden als afwijkend beschouwd in de hoop ze daarmee buiten het debat te kunnen plaatsen.

Zoals cultuurfilosofe Tinneke Beeckman betoogt, worden daar drie redenen voor gebruikt. In het eerste geval vertrekt men vanuit een "moral highground". De standpunten van "de ander" worden als moreel verwerpelijk omschreven op basis van een zelfverklaarde politieke correctheid. Die in dit geval door een minderheidsstroming in de maatschappij wordt geponeerd, maar wel als enige juiste naar voor wordt geschoven. Een tweede argument dat wordt gebruikt om die standpunten te kunnen negeren is de bewering dat ze niet redelijk zijn. Het Vlaams-nationalisme is dan een emotioneel zijspoor dat zich enkel uit in vlaggengezwaai en foute liedjes. Maar het kan geen meerwaarde zijn voor de rationele staatsstructuur die men probeert uit te tekenen. De derde en laatste techniek is die van het onverwerkt verleden. Alsof Vlaams-nationalisten gehinderd worden door een historische schuld die zij weigeren te aanvaarden en die hen aanzet om een standpunt in te nemen dat enkel is ingegeven door rancune.

Op die manier worden andere ideeën als vijandig bestempeld, wat het onnodig maakt om er nog mee in debat te gaan of rekening mee te houden. Naar mijn mening is dat een verarming van het democratische debat.

Als democraat ga ik liever met de mensen van KifKif in debat over de inhoud van mijn en hun standpunten. Maar de intentieverklaringen die ik naar mijn hoofd krijg, zijn volgens mij meer ingegeven door een onmacht om inhoudelijk het debat aan te gaan. Een zwaktebod dus …

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is