KMO-groeisubsidie slaat aan

De nieuwe KMO-groeisubsidie blijkt aan te slaan bij Vlaamse KMO’s. Op minder dan een jaar tijd vroegen 352 bedrijven subsidie aan bij het nieuwe instrument. Dat kwam Vlaams volksvertegenwoordiger Matthias Diependaele (N-VA) te weten na parlementaire navraag bij minister van Economie Philippe Muyters (N-VA).

In 2015 hervormde minister Muyters de bestaande “KMO-portefeuille” naar twee complementaire subsidie-instrumenten: een vereenvoudigde KMO-portefeuille gericht op ondernemer-schapsbevordering via opleiding en advies en een KMO-groeisubsidie ter ondersteuning van KMO’s met groeiambities. Deze groeisubsidie laat kleine en middelgrote ondernemingen toe om jaarlijks tot  50.000 euro aan subsidies te ontvangen om hen door een kantelmoment of groeitraject te helpen.

In de praktijk wordt een onderneming financieel ondersteund doordat de loonkost van een strategische medewerker gedragen wordt die het bedrijf door een groeitraject helpt of doordat een advies door een externe dienstverlener bekostigd wordt. De groeitrajecten gaan altijd over transformatie (andere producten, nieuw business model,…), innovatie (nieuwe producten, vernieuwd productieproces,…) of internationalisatie (internationaal doorgroeien). De KMO-groeisubsidie ging van start op 11 mei 2016.

“De eerste resultaten zijn goed”, weet Matthias Diependaele. “Al 352 ondernemingen vonden op minder dan een jaar tijd hun weg naar het nieuwe instrument. Tot nu toe werd 3,8 miljoen euro aan subsidies uitgekeerd voor 152 goedgekeurde dossiers. Dat is zo’n 25.000 euro per dossier. Transformatie en/of internationalisering blijken de grootste drijfveren om steun aan te vragen”.

Het instrument is wel met een beetje vertraging op gang gekomen. Dat maakt dat er over nog 81 dossiers en 1.515.214,42 euro aan te verdelen subsidies een oordeel moet geveld worden. Dit jaar wordt 10 miljoen euro voorzien voor de KMO-groeisubsidie. De doelstelling is om in 2017 400 dossiers (d.i. gemiddeld 33 dossiers per maand) te subsidiëren.

“KMO’s vinden traditioneel minder hun weg naar het innovatie-instrumentarium en innoveren doorgaans ook minder. Ik ben dan ook verheugd dat een instrument op hun maat aanslaat”, besluit Diependaele.