'Samenleving nooit schuldig aan radicalisering'

Door Matthias Diependaele op 20 januari 2015, over deze onderwerpen: Syrië

Wat maakt dat mensen radicaliseren en hoe groot is de rol van de samenleving? Die vraag beheerste gisteren de eerste hoorzitting over radicalisering in een tijdelijke commissie van het Vlaams Parlement. Coalitiepartners Open VLD en N-VA deden hun best om één verhaal te vertellen.

De verhoogde terreurdreiging laat zich ook in het Vlaams Parlement voelen. De veiligheidsmaatregelen zijn er strenger gemaakt: de openbare Lokettenzaal blijft gesloten en alle bezoekers moeten via de metaaldetector passeren. De eerste parlementaire hoorzitting over radicalisering ging gisteren wel gewoon van start, alhoewel drie van de vier sprekers toch liever achter gesloten deuren spraken. Criminoloog Lieven Pauwels van de UGent liet wel publiek toe. Hij trachtte in die tijdelijke commissie de vraag van een miljoen te beantwoorden: waarom radicaliseren sommigen en wat kan de overheid en de samenleving daartegen inbrengen? Pauwels drukte zich voorzichtig uit: 'Een gevoel van gepercipieerde onrechtvaardigheid kan leiden tot vervreemding.' Sommigen bestempelen hun eigen situatie als onrechtvaardig, anderen vinden dat de groep waarmee ze zich identificeren het slachtoffer is van een oneerlijke behandeling, klonk het. 'Combineer dat met een politieke of religieuze knip- en plak-ideologie en je hebt een reëel gevaar voor gewelddadig extremisme.'

'De samenleving kan nooit de schuld dragen voor radicalisering', concludeerde Matthias Diependaele, Vlaams fractieleider van N-VA, achteraf. De theorie van Pauwels was voor hem een bevestiging dat het probleem complex is. 'Er zijn heel veel risicofactoren. Die vind je ook terug bij misdadigers, of bij mensen die zich aansluiten bij jeugdbendes. Racisme en discriminatie moeten aangepakt worden, maar mogen nooit een excuus zijn voor het plegen van aanslagen.'

 

Dweilen met kraan open

Bart Somers, Open VLD-fractieleider en burgemeester van Mechelen, beaamde dat, maar plaatste toch een paar kanttekeningen: 'Discriminatie, racisme en uitsluiting zijn toch niet te onderschatten elementen.' De ondervoorzitster van de tijdelijke commissie, Nadia Sminate (N-VA), had dan weer duidelijk gehoord dat discriminatie maar een klein aspect was in het geheel. De vraag over de rol van discriminatie bij radicalisering is een uitloper van het interview met viceminister-president Liesbeth Homans (N-VA) dit weekend inDe Tijd. Daarin liet ze optekenen dat radicalisering losstaat van discriminatie. In haar conceptnota deradicalisering klinkt Homans nochtans gematigder. 'Onder meer een strenge veroordeling en aanpak van racisme en discriminatie zijn van belang. Als we er niet in slagen om ervoor te zorgen dat jongeren en jongvolwassenen zich gewaardeerd voelen, zich deel van deze samenleving voelen en duidelijke toekomstperspectieven zien, dan blijft het dweilen met de kraan open en laten we heel wat menselijk kapitaal verloren gaan in de handen van extremisten.'

Federaal zat er de afgelopen dagen wat spanning op de lijn tussen N-VA, Open VLD en CD&V over de juiste terreuraanpak, maar Vlaams deden N-VA en Open VLD gisteren hun best om één verhaal te vertellen. Na de hoorzittingen gaf Somers nog mee dat discriminatie níét determinerend is voor gewelddadig extremisme. 'Maar de aanpak van discriminatie moet wel een onderdeel vormen van een inclusief beleid dat jongeren perspectieven biedt.'

 

Bron: De Standaard, Di. 20 Jan. 2015, Pagina 6

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is