'Verre van draconisch"

De N-VA toont zich erg tevreden met het hogere inschrijvingsgeld, andere partijen zijn veel minder verheugd.

'Achteraf gezien hadden we de concrete cijfers van de begroting beter vroeger gegeven', zei minister-president Geert Bourgeois (N-VA) na de septemberverklaring. En toch heeft het nog bijna een maand geduurd alvorens ook het nieuwe inschrijvingsgeld bekendraakte.

Oorzaak is de overlegronde die minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) vooraf wilde houden met de studentenvertegenwoordigers en de onderwijsinstellingen. Uiteindelijk vond de Vlaamse regering een compromis door de pil te verzachten voor bijna-beursstudenten.

De meningen zijn daarover verdeeld. 'Verre van draconisch', noemt fractieleider ­Matthias Diependaele (N-VA) de nieuwe cijfers. 'Er zal door deze beslissing geen 18-jarige minder instromen in het hoger onderwijs. Het basisbedrag van 890 euro blijft ruim onder de drempel van duizend euro.'

SP.A en Groen zien dat helemaal anders. Voor Groen-parlementslid Elisabeth Meuleman is het hogere inschrijvingsgeld een 'besparing op de talenten van de toekomst' en een nieuw voorbeeld van deze 'factuurregering'.

Vlaamse parlementslid Tine Soens (SP.A) betreurt dat de Vlaamse regering toch doorzet, hoewel ze door de federale indexsprong op een budgettaire meevaller van 200 miljoen kan rekenen. 'Deze besparing was niet nodig', vindt ze.

Hoe dan ook valt het nieuwe inschrijvingsgeld lager uit dan eerder was gedacht. Er waren al bedragen gevallen van meer dan duizend euro.

Maar het blijft een forse verhoging. Ter vergelijking: eind de jaren zeventig stond universitair Vlaanderen op stelten door de betogingen tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld naar 10.000 frank (250 euro). Tienduizend frank komt vandaag, gecorrigeerd door inflatie, neer op een inschrijvingsgeld van 707 euro.

Bron: De Standaard, 21 oktober 2014, p.10