U bent hier
Vlaanderen vaart juiste koers, maar sleept federale ankers mee
Met Vlaanderen in Actie en het Nieuw Industrieel Beleid houdt de Vlaamse regering de juiste economische koers aan binnen haar beleidsdomeinen. Toch raken we achterop ten opzichte van andere topregio’s in Europa. Dat komt omdat het Vlaamse schip een paar zeer zware federale ankers meesleept.
De jongste, nogal negatieve analyses van Vlaanderen In Actie komen niet als een verrassing. Maar op basis van die vaststellingen alleen kan je het Vlaams beleid niet beoordelen.
Vlaanderen is nog altijd goed voor 80 procent van de Belgische export en veel van die export is geconcentreerd in belangrijke sectoren zoals chemie, farma en autoassemblage. Over het investeringsritme in deze bedrijven en dus over hun voortbestaan op termijn wordt vaak beslist in buitenlandse hoofdkwartieren.
Ernst & Young spreekt jaarlijks met enkele honderden decision makers in die directiekamers, zowel Belgen als buitenlanders. Het aantal bedrijven met investeringsplannen in Vlaanderen daalde bij hun laatste bevraging scherp van 30 procent naar 20 procent terwijl het Europees gemiddelde op 38 procent ligt. Hiervoor wijst 65 procent naar de evolutie van de loonkost en bijna de helft naar de bedrijfsfiscaliteit. Trouwens, ook de totale blokkering van het federaal sociaal overleg en de onzekerheid rond het eenheidsstatuut dringt wel degelijk door in diezelfde directiekamers.
Dat zijn drie domeinen waarop de Vlaamse regering nauwelijks impact heeft en dat zal niet fundamenteel veranderen met de 6de staatshervorming. Vlaanderen geeft subsidies voor innovatie en opleiding en is wel succesvol om op Vlaams niveau sociale akkoorden af te sluiten, maar dat raakt niet de kern van deze problematiek. De Vlaamse regering vraagt nog maar eens dat de federale overheid een sense of urgency zou tonen en de gepaste maatregelen zou nemen om die industrieën hier te houden en wij steunen dat 100 procent.
Magnette
Ik vrees echter dat noch de recente sluitingen, noch de onophoudende stroom aan slechte economische indicatoren, de federale regering kan bewegen tot een versnelling. Als je de uitspraken van Magnette op het PS–congres bekijkt, weet je genoeg.
Ook de Waalse economie heeft te lijden onder het gebrek van federale daadkracht. Wij juichen de voorzichtige tekenen van beterschap toe. Maar ook Wallonië heeft dringend nood aan de structurele hervormingen waar de N-VA om vraagt.
De recente Eurostat-cijfers geven bijvoorbeeld aan dat België met een uurloonkost van ongeveer 37 euro niet alleen de hoogste kost noteert maar ook nog bij de snelle stijgers hoort.
Het mag dan ook niet verwonderen dat recente RSZ cijfers de daling van de tewerkstelling vooral in de industrie situeren (- 3,1 procent arbeidsvolume) terwijl bijvoorbeeld de sterk gesubsidieerde dienstencheque-sector wel nog groeit met 8 procent. Alleen moet de industrie wel de bijdragen opbrengen waarmee de dienstencheques gesubsidieerd worden.
Uiteraard moet Vlaanderen ook verder werk maken van haar eigen bevoegdheden. Met de aankondiging van de omgevingsvergunning werd daar enkele weken geleden een grote stap gezet. Al heel wat ministers beten de voorbije twintig jaar hun tanden hierop stuk. Daarnaast wordt werk gemaakt van het Nieuw Industrieel Beleid om onze industrie te transformeren. Met het bankenplan willen we de financiering van KMO’s veilig stellen.
De Vlaamse regering vaart volgens ons de juiste koers in deze economische regatta tussen de Europese topregio’s, alleen slepen wij onder water wel een paar zeer zware federale ankers mee. Het lot van onze welvaart ligt jammer genoeg nog al te veel in federale handen.