U bent hier
Wachten op de zevende staatshervorming?
Open Vld-fractieleider Sas Van Rouveroij pleitte afgelopen week zowel in de commissie Financiën en Begroting van het Vlaams Parlement als in de pers nog maar eens voor een nieuwe jobkorting. Alhoewel verschillende van zijn eigen partijgenoten dit idee in 2009 al lieten vallen of zelfs afschilderden als 'beleidsmatige onzin', is onze gewaardeerde collega de donkere kanten van die lastenverlagingen blijkbaar al vergeten.
De uitgaven voor de jobkorting werden immers verhoogd van 200 miljoen euro naar 710 miljoen euro op een moment dat de financiële crisis zich als een zware storm aankondigde. Bovendien werd die structurele uitgavenverhoging gedeeltelijk gefinancierd met eenmalig gecreëerde budgettaire ruimte. Toenmalig Vld-minister Dirk Van Mechelen vond het ook niet nodig (of zo dicht bij de verkiezingen misschien niet opportuun?) om, wanneer de financiële storm zich in het voorjaar van 2009 tot een economische orkaan ontpopte, een begrotingscontrole te houden en de voorziene uitgaven aan te passen aan de intussen sterk gedaalde verwachtingen inzake ontvangsten. De noodzaak was groot genoeg, maar de politieke moed ontbrak. Had hij dat wel gedaan, dan had hij de verhoogde jobkorting immers zelf moeten schrappen. Daarenboven bleek ondertussen uit een studie van de KU Leuven dat de jobkorting helemaal niet voor meer tewerkstelling zorgde, maar wel het omgekeerde.
Europese vrijheden
Wat de collega ook niet vermeldt, is dat de Vlaamse Regering met betrekking tot de jobkorting tijdens het ministerschap van Dirk Van Mechelen, met name op 6 mei 2008, een Europese ingebrekestelling ontving waarin de jobkorting in strijd met de Europese vrijheden werd geacht. Ook andere pogingen tot operationalisering van de Vlaamse fiscale autonomie stootten op dezelfde Europese spelregels: het Arkimedes-krediet op 25 juni 2009, de mama-papalening op 23 november 2009 en de Winwin-lening op 25 november 2010. Telkens met dezelfde conclusie: door de onbevoegdheid van de gewesten om de maatregelen die ze nemen in het kader van hun fiscale autonomie door te trekken in de belasting van de niet-inwoners (BNI) is die fiscale autonomie in het kader van de Europese vrijheden onwerkzaam. Het past hier niet de Europese Commissie of het Europese Hof van Justitie met de vinger te wijzen. Zij vinden terecht dat de lidstaten volwassen genoeg zijn om zich intern zodanig te organiseren dat ze de basisprincipes van de Economische Unie kunnen respecteren.
Fiscale autonomie
En toch koos Open Vld bij het uitwerken van de zesde staatshervorming niét voor een regionale bevoegdheid om de fiscale kortingen ook toe te kennen aan niet-inwoners. Volgens het Vlinderakkoord blijft de federale overheid hiervoor exclusief bevoegd. Ze zou echter voor de niet-inwoners een belastingstelsel toepassen 'dat rekening houdt met de gewestelijke belastingregels … en zodoende de naleving van de EU-verdragsbepalingen met betrekking tot de vier fundamentele vrijheden garandeert.' De werkbaarheid van die piste zal nog moeten blijken, want de facto blijven de Gewesten voor de concrete toepassing van hun fiscale autonomie afhankelijk van de federale overheid, die er steeds voor zal moeten zorgen dat regionale fiscale maatregelen correct en ‘up to date’ worden toegepast op de aan een gewest toegewezen niet-inwoner. Hierbij zal de totale gewestelijke fiscale regeling dienen te worden toegepast op de niet-inwoner: niet alleen de relevante belastingverminderingen maar ook de gewestelijke opcentiemen. We kijken in ieder geval uit naar de wijze waarop die bepaling zal worden geconcretiseerd. Hopelijk krijgen dan ook de gemeenten hún opcentiemen op de belasting van niet-inwoners. Nu blijft de vervangende forfaitaire toeslag op de niet-inwoners, die Europeesrechtelijk eveneens ter discussie staat, achter in de federale kas.
Het siert Open Vld dat ze dan toch willen ijveren voor meer Vlaamse fiscale autonomie. Maar ze zou haar pleidooi beter richten naar hun federale partijgenoten. Want de kans is groot dat de Vlaming, die voor een werkbare toepassing van de Vlaamse fiscale autonomie zit te wachten op de zesde staatshervorming, in werkelijkheid pas geholpen zal zijn door de zevende.
Evenwicht
Intussen houdt de Vlaamse Regering de vinger op de knip met als resultaat nog steeds een begroting in evenwicht, ook na de laatste begrotingscontrole. In tegenstelling tot de vorige regeerperiode kan de regering dit niet doen met economische groeicijfers die boven de 2 procent uittorenen. Dat de minister van Begroting deze begroting in evenwicht aan het parlement kan voorleggen zonder de verhoging van de belastingen,is het resultaat van een volgehouden begrotingsdiscipline gericht op handhaven van het welzijn van alle Vlamingen.
Piet De Bruyn en Matthias Diependaele zijn allebei lid van de Commissie Algemeen Beleid en Financiën van het Vlaams Parlement