U bent hier
Tommelein kondigt onderzoek naar achterpoortje verkeersfiscaliteit aan

Op vraag van Vlaams N-VA-fractieleider Matthias Diependaele laat minister van Financiën Bart Tommelein (Open VLD) een achterpoortje in de verkeersbelasting onderzoeken. Diependaele stipte immers aan dat zware benzinewagens soms worden omgebouwd naar een wagen op CNG om zo geen BIV en jaarlijkse verkeerbelasting te betalen. De minister beloofde bijsturing.
Sinds januari 2016 geldt er in Vlaanderen een vrijstelling op de belasting op inverkeersstelling (BIV) en de jaarlijkse verkeersbelasting voor voertuigen op aardgas (CNG – Compressed Natural Gas). CNG is een groener alternatief voor benzine of diesel, maar nog steeds een fossiele brandstof. Qua impact op het milieu zitten ze op het niveau van hybridewagens. Volgens N-VA is CNG een goede transitiebrandstof met de nodige milieuwinsten op weg naar zero-emissietransport.
“Goede zaak dus dat Vlaanderen mensen een duwtje in de rug geeft door deze wagens vrij te stellen van BIV en verkeersbelasting tot en met 2020. Zo wil de overheid de verkoop van deze wagens opkrikken”, schetst Matthias Diependaele de situatie. Dat lijkt ook te lukken: het voertuigenpark van aardgaswagens verdubbelde in 2016 tot bijna 5.400 voertuigen (tegenover 2.600 begin 2016). Zowel in het geval van de BIV als de jaarlijkse verkeersbelasting zijn er geen specifieke voorwaarden voor voertuigen op aardgas bepaald.
In de praktijk betekent dit dat zowel “fabrieksoriginele” aardgaswagens als omgebouwde benzinewagens hiervoor in aanmerking komen. Fabriekseigen CNG-wagens beschikken meestal over een betrekkelijk grote aardgastank van zowat 15 kg, goed voor een aardgasactieradius van 400 à 500 kilometer. De wagens hebben een beperkte meerprijs van ongeveer 2000€ tegenover benzinewagens die fiscaal dus gecompenseerd wordt.
Anders is het voor omgebouwde benzinewagens naar een aandrijving op aardgas. Zij beschikken in vele gevallen over een veel kleinere aardgastank (rond de 5 kg), waardoor ze minder op deze groenere brandstof kunnen rijden (100 à 200 kilometer). Deze wagens hoeven bovendien niet op aardgas te rijden, aangezien de originele benzinetank nog steeds aanwezig is. Het ombouwen gebeurt door gasflessen te plaatsen in de koffer van de wagen. Voor 4000 à 5000€ heb je zo’n installatie. Voor een doorsnee benzinewagen rendeert dit maar moeizaam wegens de beperkte actieradius op aardgas en de betrekkelijk lage jaarlijkse verkeersbelasting die uitgespaard wordt. In veel gevallen valt ook de fabrieksgarantie weg.
“Het wordt wel interessanter voor de benzinemodellen met hoge fiscale PK die worden omgebouwd”, weet Diependaele. De kostprijs van enkele duizenden euro’s voor de installatie wegen niet op tegen de vele duizenden euro’s die aan verkeersbelasting tot en met 2020 uitgespaard kunnen worden. Het gaat dikwijls over exotische merken zoals Aston Martin, Maserati, Mercedes AMG, Rolls Royce, Porsche,… Voor zo’n wagen betaal je al gauw 2000 tot 4000 euro verkeersbelasting per jaar.
Minister Tommelein bevestigde de stelling van Diependaele en sprak van een uitwas van de bestaande situatie. Maar oneigenlijk gebruik van het fiscale voordeel is volgens de minister absoluut niet wenselijk. Hij staafde dit met cijfers: in 2016 werden 2746 CNG-wagens in Vlaanderen ingeschreven. Daarvan bevinden 104 modellen zich boven de 16 fiscale PK.
“De minister kondigde een onderzoek aan waarin we hem volop steunen. Het mag wel niet dienen om het volledige systeem onderuit te halen. Hij beloofde een bijsturing“, besluit Matthias Diependaele.