De puzzel tegen de radicalisering leggen

Door Nadia Sminate, Matthias Diependaele op 29 januari 2015, over deze onderwerpen: Conflict in Syrië, Veiligheid
De puzzel tegen de radicalisering leggen

De commissie in het Vlaams Parlement over de (de)radicalisering is vorige week gestart. Twee zittingen zijn al achter de rug, nog minstens drie staan er op de agenda. De eerste zitting verliep grotendeels achter gesloten deuren. Want drie van de vier sprekers wilden niet in het openbaar getuigen. Het ligt bijzonder gevoelig allemaal. En de schrik zit erin. Dat blijkt ook uit peilingen bij de bevolking. Maar als we onze democratische waarden willen veiligstellen en het probleem bij de wortel aanpakken, moeten we dringend antwoorden formuleren. Die antwoorden zijn niet eenvoudig. Ze vormen samen een complexe puzzel. Die puzzel leggen, dat is het doel dat we met de Commissie voor ogen hebben.

Een spook waart door Europa. Maar het is niet het spook van het communisme. Het is het spook van het islamisme en het terrorisme. Het is de politisering van een religie. Het is de ontkenning van ‘het politieke’ als het ‘georganiseerde meningsverschil’ ten voordele van het erkennen van slechts één Waarheid en één realiteit: de religieuze. Er bestaan onvoldoende woorden om onze afschuw voor die ideologie uit te drukken. Ze leidt tot een religieus-fundamentalistisch en totalitair systeem; een systeem zonder vrijheid van meningsuiting, zonder vrijheid van gedachte, van geweten en van godsdienst. Geen sprake van ‘privé’, van gelijke rechten voor mannen en vrouwen, van recht op leven en een menswaardige behandeling in elke situatie, van verbod op slavernij en ga zo maar door.

Bovendien zitten achter dit spook een systeem en veel geld. De sociale media en alles wat op het internet te vinden is, worden gestuurd door heel extremistische groepen in het Midden-Oosten. Er zijn betekenisvolle linken tussen extremistisch terrorisme en de georganiseerde misdaad, zo blijkt. Want waar halen zij hun wapens, hun netwerken?

Wij en zij
Het is bijzonder confronterend: tussen en met ons wonen en leven burgers die ons maatschappijmodel verwerpen en een ander model willen opleggen door middel van intimidatie en geweld.

Er is dus wel een wij en een zij. Maar de scheidingslijn loopt niet tussen moslims en niet-moslims. Zij zijn de groep die haar handelen steunt op een onwrikbare Waarheid, en daaraan mensen ondergeschikt maakt – ook moslims, ook ‘eigen’ mensen, ook strijders die willen ontsnappen.

Wij komen op voor het recht op vrije meningsuiting, voor de vrijheid van godsdienst. Wij geloven in kritisch denken en spreken. Wij geloven in het georganiseerde meningsverschil. Wij geloven in de rechtsstaat en niet in vergelding.

Op de scheidingslijn tussen zij en wij bevinden zich de twijfelaars. En ja, die twijfelaars bevinden zich vooral in moslimmiddens. Er blijkt heel wat impliciete steun te zijn voor extremisme. Willen we het geweld aanpakken, dan moeten we ook de kleine sympathie, de niet-gewelddadige radicalisering onder ogen zien. Want daar ligt de voedingsbodem voor het jihadisme.

De vraag is: waarom vindt een totalitaire ideologie hier voedingsbodem? Hoe komt het dat haatpredikers en ronselaars, vaak niet eens opgegroeid in Vlaanderen, hier aanhang vergaren? Waarom radicaliseren sommigen nooit, waarom duurt het bij sommigen jaren maar zullen ze nooit tot geweld overgaan? En waarom radicaliseren sommigen die niet eens praktiserend moslim waren op enkele maanden tijd?

Geen mirakeloplossing
Er zijn geen gemakkelijke antwoorden, geen eenvoudige oplossingen voor complexe problemen. Het is te gemakkelijk om het enkel te zien als de ‘fout van de maatschappij’. En misschien willen we onszelf ook geruststellen op die manier. Want als het enkel onze fout is, kunnen we als overheid het veelkoppige monster ooit zelf helemaal onthoofden.

De puzzel van de oplossing bestaat juist uit oneindig veel stukjes. Die stukjes willen wij de komende maanden in de Commissie over (de)radicalisering samenleggen. Er bestaat natuurlijk geen mirakeloplossing. Maar Vlaanderen heeft heel wat bevoegdheden die we maximaal moeten aanwenden om aan detectie en preventie te doen.

De puzzelstukjes liggen niet voor het grijpen. Zijn leerkrachten voldoende uitgerust om problemen te herkennen én door te verwijzen? Zijn onze imams voldoende opgeleid? Wat met de erkenning van moskeeën? Wat met het opvoedingsmodel in sommige allochtone gezinnen en het gevolg voor het zelfbeeld van jongens? Werkt de moslimexecutieve zoals het hoort? Bereiken we met ons inburgeringsbeleid wie we moeten bereiken? Hebben wij een afdoend beleid voor teruggekeerde Syriëstrijders? Weten de Ondersteuningscentra Jeugdzorg hoe ze moeten omgaan met die problematiek? Zijn er evidente signalen die wijzen op een radicaliserende jongere die wij vandaag over het hoofd zien?

Er bestaat geen knop die wij vanuit het parlement kunnen indrukken om dit probleem uit te roeien. Het zijn vooral toegewijde medewerkers in het veld die kunnen detecteren en doorverwijzen naar tweedelijnszorg, politie, andere bevoegde diensten.

Mensen in het veld met expertise en vragen. Daarom ook begon onze commissie met hoorzittingen. We luisteren naar de mensen in het veld en stellen kritische vragen.

Maar daarbij mag het niet blijven. De komende maanden moeten we de puzzel in al zijn complexiteit gelegd hebben en concrete oplossingen formuleren met de commissie. Alleen zo kunnen we het kostbare goed dat onze democratie is, beschermen tegen de terreur van de radicalisering. Falen is geen optie.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is